Teun Voeten (Boxtel, 1961) studeerde culturele antropologie en filosofie in Leiden. Sinds 1991 covert hij als oorlogsfotograaf en auteur conflicten wereldwijd. Hij fotografeerde ondermeer in ex-Joegoslavië, Colombia, Rwanda, Sudan, Sierra Leone, Liberia, Afghanistan, Irak, Libanon, Egypte, Honduras, DR Congo, Noord Korea, Mexico, Libyië en Syrië, voor publicaties als Vanity Fair, National Georgraphic, Newsweek en organisaties als UNHCR en ICRC en Human Rights Watch. In 1994 woonde hij 5 maanden tussen ondergrondse daklozen in New York. Dit resulteerde in zijn boek Tunnelmensen. In 1998, tijdens een reportage over kindsoldaten in Sierra Leone werd Voeten bijna geëxecuteerd door muitende rebellen. Hierover schreef hij How de body? Hoop en horror in Sierra Leone. In 2016 maakte Voeten samen met filmmaker Maaike Engels ‘Calais: Welcome to the Jungle’, een indringende documentaire over vluchtelingenproblematiek. Momenteel werkt hij aan een PhD dissertatie over het Mexicaanse drugsgeweld, waar hij eerder al het boek Narco Estado: Drug Violence in Mexico over maakte.
Oorspronkelijk leerde Voeten fotograferen van zijn oom, de architectuurfotograaf Sybolt Voeten. Naast zijn fotojournalistieke werk blijft Voeten nog steeds doorgaan met de architectuurfotografie. Sinds 1989 werkt hij al aan zijn serie Newyorkse wolkenkrabbers en skylines, in dezelfde consistente stijl met een midden formaat technische camera, zwart wit film, sprankelende luchten en oranjefilter. In 2013 begon hij ook mer soortgelijke stadslandschappen in Charleroi en Detroit. In Ciudad Juárez fotografeerde hij in 2012 kleurrijke gevels van louche nachtclubs. In 2016 en 2017 registreerde hij met zijn Hasselblad de kapotgeschoten steden van Sinjar en Mosul. Op deze expositie komt al dit werk van Voeten voor het eerste samen, ook zijn allereerste architectuurbeelden uit het nog communistische Polen uit 1985 die nu een historische dimensie hebben.